Hoeveel van het verschil in hersenomvang is toe te schrijven aan het geslacht, niet aan de fysieke grootte?
Ik heb een paper gelezen over de effecten van geslacht op grijze en witte stof, en een passage die niet direct gerelateerd is aan het eindresultaat viel me op:
Zoals verwacht was het intracraniale volume in milliliters (ml), bestaande uit parenchyma, ventrikels en sulci (zonder subarachnoïde ruimte), (gemiddeld ± SD) hoger voor mannen (1352). 2 ± 104,9) dan voor vrouwen (1154,4 ± 85,1): t = 9,26; df = 78;p < 0,0001. Het verschil (14,6%) valt tussen het hoogteverschil (8,2%) en het gewicht (18,7%). Het totale parenchymale volume was 1229.6 ± 106.2 (bereik, 1033.9-1469.4) bij mannen en 1072.3 ± 71.5 (bereik, 895.4-1196.0) bij vrouwen: t= 7.77; df = 78; p < 0.0001.
Het verschil waar ik me mee bezig houd is in volume. Ik heb wat extra gelezen, en het lijkt duidelijk dat mannen een lichte grotere totale hersenomvang hebben dan vrouwen (hoewel individuele variatie en de grootte van specifieke regio’s in de hersenen betekenen dat dit geen harde en snelle regel is).
Ik vraag me af hoeveel van dit verschil in hersenomvang is toe te schrijven aan verschillen in fysieke grootte en hoeveel is toe te schrijven aan andere effecten van het geslacht. Om wat duidelijker te zijn, als een groep mannen dezelfde gemiddelde lengte en gewicht had als een groep vrouwen, zou er dan nog steeds een even groot verschil in hersenomvang tussen de geslachten zijn, of is het merendeel hiervan puur gebaseerd op de totale lichaamsgrootte?
Dit in tegenstelling tot het primaire resultaat van het onderzoek, dat neurologische conclusies leek te trekken die niet direct gerelateerd zijn aan de fysieke grootte (met betrekking tot percentages witte en grijze stof en cerebrospinaal vocht).